Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [8]hij zeide [9]tot hem: Loop, spreek [10]dezen jongeling aan, zeggende: Jeruzalem zal [11]dorpsgewijze bewoond worden, vanwege de veelheid der mensen en [12]der beesten, die in het midden derzelve wezen zal. 8. Te weten, Christus de Heere. 9. Te weten, tot dien geschapen engel. 10. De profeet bedoelt zichzelven, die toen nog een jong man was. Of een jongeling is hier te zeggen een dienstknecht, gelijk dan ook bedaagde personen aldus genoemd worden; Ex.33:11; Num.11:27; 1 Kon.11:28; 2 Kon.4:12, en 2 Kon.19:6. 11. Dat is, zonder muren, dewijl men de zeer grote menigte der mensen met geen muren zal kunnen omvangen noch besluiten. Anders Jeruzalem zal de dorpen bewonen; dat is, die van Jeruzalem zullen vanwege de menigte der mensen, ook in de dorpen zich metterwoon moeten begeven. Doch men moet dit verstaan gesproken te zijn van de grote menigte der mensen, die in Christus geloven en zich onder zijn geestelijk rijk begeven zouden, want de algemene kerk zou zich strekken door de ganse wereld; zie Jes.54:1,2,3, en Jes.60:4,11. 12. Verg. Jer.31:27.